Sinds 2008 is de rentestand, waarmee wordt gerekend bij het inkopen van direct ingaand pensioen, hard gedaald. (Aanstaand) gepensioneerden krijgen daardoor veel minder pensioen. De rentestand op het omzettingsmoment is immers bepalend voor de hoogte van het pensioen. Een ‘pensioenknip’ moest een (tijdelijke) oplossing bieden, vanuit het idee dat de lage rentestand tijdelijk zou zijn.
De rente bleef echter laag. In 2015 werd het staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid duidelijk dat er een structurele oplossing nodig was. Dit resulteerde in een wetsvoorstel van Klijnsma (‘Wet uitbetaling pensioen in pensioeneenheden’) en een initiatiefvoorstel van VVD-Tweede Kamerlid Lodders (‘Wet variabele pensioenuitkering’). Hieruit is uiteindelijk de Wet verbeterde premieregeling ontstaan. Deze treedt op 1 augustus 2016 in werking. De wet leidt tot aanpassingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964.
Om de volledige inhoud van dit artikel te kunnen zien dient u te zijn ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer dan vandaag nog voor een gratis proefabonnement!
Inloggen met mijn account