Op grond van het Burgerlijk Wetboek (1:153 lid 1 BW) kan de rechter bepalen dat een verzochte echtscheiding voorlopig wordt opgeschort. Voorwaarde is wel dat, door de echtscheiding, een bestaand vooruitzicht op uitkeringen die verband houden met het vooroverlijden van de partner aanzienlijk wordt verlaagd of zelfs helemaal komt te vervallen. De echtscheiding kan pas worden toegewezen nadat een voorziening is getroffen die, gelet op de omstandigheden van het geval, ten opzichte van beide echtgenoten billijk is te achten. Dit wordt het pensioenverweer genoemd.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft hierover op 3 mei 2016 een uitspraak gedaan inzake pensioenverweer, die op 10 mei 2016 is gepubliceerd.
Om de volledige inhoud van dit artikel te kunnen zien dient u te zijn ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer dan vandaag nog voor een gratis proefabonnement!
Inloggen met mijn account