In juli 2019 oordeelde het Gerechtshof Amsterdam over de fiscale gevolgen van het tijdelijk verhuren van een tuinhuisje via Airbnb. Dat Hof oordeelde toen dat het tuinhuisje wel bij de woning hoorde, maar dat de huurinkomsten niet belast zijn in box 1. Wel zou, volgens het Hof, het tuinhuisje tijdens de verhuur in box 3 vallen. Voor het Hof Den Haag speelde een vergelijkbare zaak: een vrouw verhuurde een kamer van haar eigen woning een paar keer via Airbnb. Zij gaf de huurinkomsten niet op, terwijl de belastinginspecteur vond dat ze dat wel had moeten doen. Over 70% van de huurinkomsten zou inkomstenbelasting verschuldigd zijn. Het Hof Den Haag komt vervolgens tot een andere conclusie, maar die wijkt ook af van het eerdere oordeel van het Hof Amsterdam.
Om de volledige inhoud van dit artikel te kunnen zien dient u te zijn ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer dan vandaag nog voor een gratis proefabonnement!
Inloggen met mijn account