Een klant wint advies over een hypothecair krediet in bij een adviseur werkzaam bij een bankt. De adviseur geeft aan dat de gewenste financiering “zeer waarschijnlijk” wel zal rondkomen. De financiering wordt toch afgewezen en de klant moet zijn financiering bij een andere (duurdere) bank afsluiten. De klant vordert de hogere lasten bij de bank wiens adviseur eerder had toegezegd dat de financiering waarschijnlijk wel zou rondkomen.
Om de volledige inhoud van dit artikel te kunnen zien dient u te zijn ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer dan vandaag nog voor een gratis proefabonnement!
Inloggen met mijn account