Met de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam wordt het steeds moeilijker voor aanbieders van flitskredieten om geld te verdienen aan het verstrekken van kortlopende kredieten. In deze zaak leende een persoon een bedrag van € 350. Naast de rente moest deze persoon ook € 87,50 betalen voor een garantstelling. De rechter heeft geoordeeld dat het bedrag van de garantstelling onderdeel moet zijn van de kredietvergoeding. Dat betekent ook dat deze kosten aan het wettelijk maximum van 14 procent moet voldoen. Het kredietvergoedingspercentage in deze casus bedroeg 314 procent, incl. kosten garantstelling.
Om de volledige inhoud van dit artikel te kunnen zien dient u te zijn ingelogd. Heeft u nog geen account? Registreer dan vandaag nog voor een gratis proefabonnement!
Inloggen met mijn account