De kandidaat kan de relatie tussen de eisen die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek (BW) met betrekking tot professioneel en integer handelen (zorgplicht: overeenkomst van opdracht Boek 7 art. 400 e.v.) uitleggen en kan de spanningsvelden met de Wet op het financieel toezicht (Wft) in concrete recente gevallen analyseren. (1a.1)
De kandidaat kan aansprakelijkheidsrisico’s uitleggen (afdwingen professioneel en integer gedrag door de klant) en kan daarbij recente praktijkvoorbeelden noemen. (1a.2)