De kandidaat kan de onderstaande begrippen binnen de Inkomstenbelasting omschrijven:
Box 1 belastbaar inkomen uit werk en woning: winst uit onderneming, loon (begrip loon, resultaat overige werkzaamheden, periodieke uitkeringen en verstrekkingen, inkomsten uit eigen woning.
Box 2 belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
Box 3 belastbaar inkomen uit sparen en beleggen: - Bezittingen, schulden, heffingsvrij vermogen, vrijstellingen. (1a.8)
De kandidaat kan de werknemersverzekeringen noemen en kan opsommen voor wie deze werknemersverzekeringen gelden. (1d.7)